Interstitieel longlijden met bekende oorzaak
A. Inademen van bepaalde producten
Bepaalde stoffen, gassen of dampen kunnen een beschadiging van de longen veroorzaken en daardoor longfibrose veroorzaken.
1. Silicose
Personen die in contact komen met zandstof (vb metaalgieterij, personen die zandstralen) lopen het risico om de ziekte silicose te ontwikkelen. Silicose is een beroepsziekte die ontstaat door het langdurig inademen van vrij kiezelzuur. Het komt voor in verschillende varianten die qua ernst en verloop sterk verschillen. Vaak is de evolutie van deze ziekte progressief, zelfs na verwijdering van de persoon uit het stofrijke milieu.
2. Andere vormen van silicose
Afhankelijk van het materiaal waar men mee in contact komt bestaan er verschillende (meng)vormen. Voorbeelden hiervan zijn anthracosilicose of mijnwerkers long, of silicatosen zoals in de keramiek en klei industrie.
3. Asbestose
Bij personen die blootgesteld worden aan asbest kan de ziekte asbestose ontstaan. Deze aandoening ontstaat door het inademen van minerale silicaten in vezelvorm (= asbestvezeltjes). Asbest was gedurende geruime tijd een essentiële grondstof in vooral brandwerende producten. Meestal treden de eerste klachten pas laattijdig na de blootstelling op. Ook hier kan de ziekte verder evolueren, zelfs na het beëindigen van de blootstelling aan asbest.
4. Extrinsieke allergische alveolitis
Allerlei organische stoffen kunnen een soort allergische reactie veroorzaken in de longen. Deze aandoening wordt de extrinsieke allergische alveolitis (EAA) genoemd. De voornaamste oorzaken zijn eiwitten uit bloed, uitwerpselen of huidprodukten van vogels, organismen in rottend organisch materiaal zoals nat hooi of compost of bepaalde schimmels. Het komt dan ook vooral voor bij personen werkzaam in de landbouwsector, champignonkwekers, maar ook bij duivenmelkers, maar kan ook ontstaan bij iemand die een parkiet of papegaai als huisdier heeft. Indien de blootstelling aan deze stoffen voortduurt, kan dit leiden tot de vorming van fibrose. Essentieel in de behandeling bij deze aandoeningen is de tijdige identificatie van de oorzaak en verwijdering ervan.
B. Medicatie
Bepaalde antibiotica (bv. nitrofurantoine…), mediactie tegen hartritmestoornissen (amiodarone) en chemotherapie (bv. bleomycine, methotrexaat, …) kunnen longfibrose veroorzaken. Deze reactie kan zowel vroeg als laattijdig optreden na het gebruik van de betreffende medicatie. In theorie kan bijna ieder medicijn aanleiding geven tot het ontwikkelen van een of andere interstitiële longaandoening.
C. Bestraling
Bij bestraling van het gebied van de borstkas als behandeling voor bepaalde vormen van kanker kan een vorm van bindweefselvorming in de longen ontstaan.
D. Giftige stoffen
Bepaalde stoffen kunnen bij inhalatie interstitieel longlijden veroorzaken.
E. Infecties
Bepaalde infecties kunnen een beeld van interstitieel longlijden veroorzaken. Dit zijn bijvoorbeeld infecties met de legionella bacterie, schimmels of virussen. Dit komt vooral voor bij patiënten met verminderde werking van het afweer systeem eigen aan het lichaam.
F. Tumoren
Bepaalde kankers kunnen zich presenteren met een gelijkaardig beeld zoals lymfomen (bepaalde vorm van bloedkanker) of lymphangitis carcinomatosa.
G. Afstotingsreacties na transplantatie
Bij patiënten die een longtransplantatie ondergaan hebben bestaat het risico dat zij ondanks alle medicatie om afstoting te voorkomen toch afstoting op de lange termijn ontwikkelen. Ook dit is gekenmerkt door veranderingen in het longweefsel. Men is het nog steeds niet eens of deze ziekte wel thuis hoort bij de interstitiële longaandoeningen.